HERMAN MUYS

Herman Muys heeft nooit de intentie gehad met klei te werken. Het lot  besliste echter anders over zijn toekomst. Op de academie ontmoette hij Monique Muylaert, sinds enkele decennia zijn echtgenote. Herman hielp haar en samen realiseerden ze verschillende grote monumentale keramische reliëfs. Dit was meteen zijn eerste kennismaking met klei. De eerste creaties maakte hij in volle klei: fabelachtige wezens met een robuuste uitstraling in een compacte vorm. Een sterke vormentaal was in de beginfase prioritair: herkenbare symbolen bepalen het silhouet. Op de kleihuid worden speelse in elkaar verslingerde lijnen aangebracht, die vaak herinneren aan organische, natuurlijke vormen. Deze fabelachtige wezens spreken zeer tot de verbeelding.

Met de tijd kreeg hij een beter inzicht in de mogelijkheden van klei. Het beschilderen van de kleioppervlakte was niet langer een prioriteit. Hij gebruikt de materie zelf om effecten te creëren. Met uiterst dunne kleilagen creëert hij holle figuren, waar de korreligheid, de rekbaarheid en de broosheid van de klei aangewend worden om dramatiek te evoceren. Kleilagen, slechts enkele millimeter dik worden gebogen, getrokken, met scherpe messen afgeschraapt, en soms opnieuw versneden. De dunne kleilagen fragmentarisch over elkaar geschoven, broos door de gaten en de grove, korrelige structuur, zijn als een kwetsbare kleihuid die de geschiedenis van het personage blootgeeft. De tactiele kwaliteiten nemen de overhand. Het ruwe, korrelige oppervlak ademt dramatische gebeurtenissen. De scheuren en de gaten in de dunne kleihuid vertellen een schrikwekkende geschiedenis.

Meer dan eender ander kleikunstenaar heeft Herman de kwaliteiten van klei naar waarde weten te schatten. Met de verfijning van techniek kwam ook meer diepgang in zijn werk. Het fabelachtige maakte plaats voor de menselijke figuur, waarvan de weergave vaak nu eerder op de rand van het gruwelijke balanceert dan wel het sprookjesachtige van weleer benadert.