JAN LEENKNECHT

George Braque, Fernand Leger, Marc Chagall, Henri Matisse, Jean Bazaine en Alfred Manessier  waren in de vorige eeuw de grote vernieuwers in de glaskunst: kunstenaars die allemaal glasramen ontwierpen en zodoende een opmerkelijke evolutie in de glaskunst hebben teweeggebracht. Ook bij hen vormden  glas, kleur, licht en vorm nog steeds de basiselementen van de glaskunst. Jan Leenknecht heeft de glaskunst van de muur, uit het venster en uit zijn tweedimensionaliteit gebracht en er een losstaande zelfstandige sculptuur van gemaakt dat zowel binnen als buiten kan staan. Toch vragen zijn glassculpturen de zon om ze tot hun volle recht te laten komen, in feite nog altijd zoals bij de oude kerkramen van weleer. Het werk van Jan Leenknecht valt op door zijn lichte structuur. Met slechts enkele glasvlakken en glaskleuren bouwt hij zijn glassculpturen op tot een feeëriek beeld. Hij is spaarzaam met zijn ruimte en kleur, maar juist dat laat het licht goed tot zijn recht komen. De transparantie van het gekleurde glas leidt tot een totaal andere en diepere kleurervaring dan wat dezelfde kleur zou kunnen oproepen via een doek of tekening: de kleur wordt gedragen door het licht en straalt op je af. Je ziet het altijd tweemaal: het werk zelf en zijn kleurschaduw. Wellicht   de enige kunstvorm waar zijn schaduw een actieve bijrol heeft. Eigenlijk heb ik maar één wens: de kunstenaar blijven die ik wil zijn. Iemand die voorwerpen creëert waar de mensheid niet om vraagt, maar de wereld wel nood aan heeft. Zo tracht ik met mijn glassculpturen het ultieme punt te bereiken waarop ze zowel poëzie als muziek worden. Mijn schaduw blijft kleur.(J.L.)