GUIDO DOBBELAERE

Hoe begin ik aan een schilderij? ‘Ik weet vaak helemaal niet wat ik ga schilderen. Soms heb ik een idee in mijn hoofd, maar meestal breng ik bijna achteloos verf aan op het doek en zie waar het naartoe gaat. Dan komt er een moment waarop het geheel van kleur, licht en donker emoties oproept. Vaak is er een landschappelijke herkenning. In die richting werk ik dan verder, tot landschap en ziel één worden.’ Guido Dobbelaere.

De schilderijen roepen een sfeer op van melancholie en intensiteit, en voelen aan als verweerde maar vlot en vloeiend geabstraheerde landschappen. Landschappen van de ziel. Dit zijn zijn ‘soul landscapes’ zoals hij ze zelf graag noemt. Het coloriet is bedachtzaam, gevarieerd, hier en daar fluweelzacht, maar op een ander doek valt dan weer de robuustheid op. De kleuren lopen gestaag over in elkaar. De schilder en de poëet hebben dezelfde ziel, dezelfde ogen, dezelfde handen.

 ‘Schilderen is geen ontspanning en ook geen bezigheidstherapie. Het is voor mij een intens en tegelijk rustgevend proces. Het raakt, samen met poëzie schrijven, de kern van mijn wezen. In mijn atelier ga ik op in mijn eigen wereld.’ G.D.

Wat opvalt, is het werkmateriaal van hem. Hij schildert hoofdzakelijk met veren van Brugse zwanen. De zwaarste pennen van de mannelijke zwanen die net hebben geruid zijn de beste. ‘Zwanenveren zijn zeer soepel en stevig, je kunt er alles mee schilderen, je kunt er subtiel en teder mee aaien, maar je kunt er ook heftig mee te keer gaan op het doek.’ G.D. Het heeft voor de kunstenaar met de jaren een bijna magische en rituele dimensie gekregen. Hoe staan poëzie en schilderwerk tegenover elkaar? ‘Ik zie ze niet apart. Ze zijn uit een zelfde emotie ontstaan en staan vaak in interactie tegenover elkaar. Het gaat over saudade, melancholie, schoonheid, verlangen naar elders. Er is natuurlijk een groot verschil in medium. In het schilderen ben ik misschien vrijer en abstracter, in poëzie hangt de emotie vast aan woorden, die een veel concretere lading hebben dan kleur en verf.’ G.D.