RAOUL DE KEYSER

Raoul De Keyser wordt beschouwd als de discrete grootmeester onder de Belgische schilders van de voorbije vijftig jaar. Zijn oeuvre is eigenzinnig en tactiel, consequent procesmatig en zonder duidelijk plan ontstaan. In zijn vroege werk experimenteerde hij met de bouwstenen van de schilderkunst: kleur, verf en doek. Later werd zijn beeldtaal vloeiender en verschenen er nieuwe motieven. De kunstenaar bewoog zich graag op het spanningsveld tussen realiteit en abstractie. 

Raoul De Keyser werkte al sinds 1964 aan een uitgebreid en persoonlijk oeuvre dat niet in een vaste categorie gevat kan worden. In de jaren zestig werd hij gezien als een belangrijk vertegenwoordiger van de Nieuwe Visie in de schilderkunst, waarbij herkenbare motieven uit het dagelijkse leven worden herleid tot abstracte kleurvlakken en lijnen. Vanaf de jaren zeventig evolueert zijn stijl naar het abstracte met vormen ontleend aan landschappelijke vlakverdelingen met herinneringen aan lijnpatronen van voetbalvelden. Alzo komt hij tot een verdieping naar vorm en structuur van zijn schilderkunstig werk. Raoul De Keyser was een schilder in de ware zin van het woord. Zijn oeuvre is het resultaat van een consequent en eigenzinnig onderzoek van het medium schilderkunst en van het fenomeen 'schilderen.' Zijn sobere composities, zijn belangstelling voor monochromie en zijn analytische houding ten opzichte van de grondslagen van de schilderkunst (textuur, lijnvoering, drager, materialen, formaat) brengen zijn werk dicht bij de minimale en fundamentele schilderkunst. Toch kan zijn oeuvre niet louter conceptueel genoemd worden: De Keyser liet de strengheid van zijn projectmatige benadering altijd corrigeren door intuïtie en gevoel. Bovendien baseerde De Keyser zijn abstracte werken meestal op heel concrete alledaagse verschijningen. In de werken van De Keyser schijnt daarom altijd een stukje van de werkelijkheid door.